We zijn al vroeg wakker door het getetter van de Italianen in de gang van het hotel. Toen we gisteravond terugkeerden van het stadje, stonden er nog 4 Italiaanse motors op de parking, eerder fietskes want het waren geen bmw’s. Als we onze moto gaan vullen, staan ze nog op de parking, wel,sympathieke mannen moet ik zeggen. Het ontbijt was sober maar goed, en tegen de negenen zitten we op de moto. We moeten wel want we hebben een lange reis voor de boeg. We moeten vanavond bij Jan en Ruud zijn. Het is bewolkt, geen regen, en het is 18 graden, meer moet dat niet zijn.

Wij weg, en na nog geen 5 minuten krijgt de gps zijn kuren. Even later kondigen de eerste wegenwerken zich aan. We kunnen niet anders dan naar links te rijden, er is geen andere weg. De weg is in slechte staat, we komen een vervallen kasteeltje tegen en christof zegt dat de weg even oud is als het kasteel. Na een omweg en tijdverlies, zitten we terug op route. We genieten van de laatste momenten van het groene Spanje want in de verte duiken de eerste bergtoppen van de Pyreneeën op. We tanken een laatste keer in Spanje en gaat het richting Jaca. Het tanken hier is ook een hele belevenis, je moet niet zelf tanken, nee, ze komen tanken voor u. Ideaal voor mij eigenlijk, en Greet, dat zou ook nog iets voor u zijn hè. Voorbij Jaca zien we een bord waar op staat dat de Col du Portalet is afgesloten. Dit was onze grensovergang, niet dus, dus wij helemaal terug naar Jaca. We verliezen tijd. Juist voor de grensovergang, kunnen we ofwel een pas nemen ofwel een tunnel. Aangezien het donker begint te worden, donkere wolken dus, kiezen we voor de tunnel, en iets over den twaalven steken we de grens over en zitten we in Frankrijk, in de Pyreneeën. Het regent. Een groot stuk rijden we hier door een nationaal park, en ook hier staan de koeien te midden van de weg.

We blijven een stuk de grotere weg volgen, en draaien naar rechts bij het begin van de Col du Marie Blanque. Ondertussen schijnt de zon alweer. Het is leuk rijden hier. Weinig verkeer. Eens weer beneden, valt er weer wat regen, niet veel. Het gaat richting Bordeaux en Saint Marsan. We nemen iets grotere wegen om de verloren tijd in te halen. Het verkeer wordt drukker, en als we tegen de vijven in Agen rijden, is het spitsuur, het is echt druk, al dat verkeer, niet te doen. Ondertussen is de hemel weer helemaal opgeklaard en loopt de temperatuur op tot 28 graden. Eens Agen voorbij nemen we weer de kleinere wegen en het wordt weer leuker, tussen de velden en de wijnranken. Tegen de zessen rijden we de Dordogne binnen, en genieten we nog van enkele kastelen en mooi kerken. We passeren onder andere in Saint Cyprien, dat we vorige keer, 2 jaar geleden niet hebben bezocht. De hemel is ondertussen ook weer helemaal dichtgetrokken. Het is zwoel.

Iets na de zevenen komen we toe in Le Cro Magnon, u wel bekend, onze tweede thuis ondertussen, bij Jan en Ruud. Het begint wat te druppelen, maar als we voor de deur parkeren, gaat direct de garagepoort open, we kunnen direct binnenrijden. Weeral krijgen we een betere kamer, in plaats van een standaard kamer krijgen we deze keer de superior kamer, amai, echt tof. Na een welverdiende douche, dat mag wel na 560 kilometer, schuiven we tegen de achten onze benen onder tafel. Eerst genieten we van een aperitiefje en daarna smullen we van foie gras, eend, en lekkere plaatselijke kazen, dit alles overgoten door een zeer lekkere wijn gekozen door Ruud. Moe maar tevreden kruipen we onder de wol, morgen wacht weer een zware dag, weer minstens 500 km rijden, en godzijdank, mijn rechterbeen heeft het uitgehouden vandaag. Tot morgen.