Eigenlijk hebben we ons verslapen, maar aangezien het vandaag een kortere rit is, kan het geen kwaad. Tegen de negenen verschijnen we aan de ontbijttafel waar we onze buikjes weer goed vullen, en tegen de tienen zijn we klaar om te vertrekken.
Het is nog steeds beeld zonder klank, het is te zeggen dat onze communicatie nog altijd niet werkt. Nochtans had christof naar Van Zeebroeck gebeld maar ze kunnen ons niet helpen, we doen het dus via gebarentaal op de moto. Als we vertrekken ziet christof dat de achterband precies druk verliest, dus wij bij eerste tankstation direct gaan bijblazen. Ik ga ondertussen vragen aan de balie of ze postzegels verkopen, nee, maar hier rechtover wel. Ik naar ginder. De man achter de toog sprak geen woord Engels, gelukkig kwam er een Spanjaard binnen die wat Engels kon en die heeft mij de weg uitgelegd naar de Correos, de post. Man man man, maar we zijn er geraakt. Ik terug van de moto de post binnen, mannekens, het is hier een drukte van jewelste. Een vriendelijke madam zegt dat ik een ticket moet nemen, en een andere vriendelijke man helpt mij bij het kiezen. Blijkbaar zijn er enkele tientallen mensen voor mij. Ondertussen doet de man met mij een babbeltje, hij is vriendelijk en zegt dat je hier geduld moet hebben, alles is hier op het gemak ?. Na een half uur aanschuiven is het dan uiteindelijk aan mij, en kan ik onze postkaarten afgeven en hopelijk komen ze dan ook op hun bestemming aan. Ondertussen is het bijna 11u30 en hebben we nog geen meter gereden, we zitten nog altijd in het stadje Miranda de Ebro. De temperatuur is ondertussen ook aan het stijgen, want de zon schijnt volop. Wat mij al heel de reis opvalt is hoe mooie bloemen de mensen hier hebben, geraniums in alle geuren en kleuren, ik ben er echt jaloers op. Ook in de tuinen is het een en al bloemenpracht.

We rijden de berg Vitoria op, en als we weer naar beneden rijden, zijn we in het stadje Vitoria Gasteiz, heel proper, en ze zijn hier volop aan het bouwen. We rijden wisselend tussen stukken natuur, landbouwgebied en kleine dorpjes. Het is weer rustig op de baan, we komen zo goed als niemand tegen. Zalig. Juist na de middag rijden we door het nationaal park Urbasa. We picknicken hier tussen het groen. Het is tevens mooi rijden hier, tussen het groen, en je komt hier vanalles tegen op de baan, koeien, ezels en zelfs paarden. Maar mensen kom je hier niet tegen. Het is eigenlijk niet te snappen, zo mooi hier en rustig, maar niemand te zien. Van hieruit gaat het via de ruto del vino, met de vele wijnranken, richting onze eindbestemming van vandaag, Sos del Rey Católico, een prachtig authentiek dorpje. Wij logeren aan de rand, in het hotel Triksel. Als we de parking oprijden is er niemand. De eigenaar, een vriendelijke man, verwelkomt ons, maar als we op de kamer komen zien we dat deze niet gekuist is, bed is niet opgemaakt, en de handdoeken in de badkamer zijn niet ververst. Je kon duidelijk zien dat er iemand in het bed had gelegen. Wij terug naar beneden. Aan de hand van foto’s begreep hij wat het probleem was, en we kregen direct een andere kamer, die wel proper was. Ondertussen belde hij naar de kuisvrouw, Maria, die serieus onder haar voeten heeft gekregen.

Na een verkwikkende douche maken we ons klaar om het stadje zelf te gaan bezoeken want volgens de boekjes is het de moeite waard. En dat is het ook, allemaal kleine steegjes, met een prachtig Palazzo, een kerkje en een torentje. Her en der staan er regiseursstoelen met namen op van Spaanse acteurs. Heel mooi hier. We gaan eten in bar restaurant Landa Terrazza. We gaan voor de tapas, en die zijn heel lekker, onze laatste avond in Spanje hebben we in schoonheid afgesloten. We kruipen vroeg onder de wol, morgen hebben we een langere rit voor de boeg, morgenavond zitten we terug bij onze vrienden Jan en Ruud in de Dordogne. Tot morgen.