Aangezien we vandaag een rustige dag gepland hadden, konden we ook wat langer blijven snoezen, en wat langer aan de ontbijttafel blijven plakken. Het was de bedoeling om op ons gemak een wijndomein te gaan bezoeken, en wat te rusten, en een bezoekje te brengen aan het stadje waar we verblijven. Er werd een ritje in elkaar geknutseld van en naar het domein. Ruud, een van de gastheren, had proberen bellen, maar kreeg geen gehoor. Ok, wij weg, we zien wel. We zijn nog geen 5 minuten aan het rijden of Ruud belt, om te zeggen dat we een begeleid bezoek krijgen om 14u30.
Het wijndomein ligt niet ver van Bergerac, dus wij daar naartoe. Het is bakken en braden in het veel te warme motorpak. Na een koffie op een gezellig terras, duiken we de stad in. De autovrije straten, pleintjes, en de winkeltjes zijn een bezoekje waard. De oude binnenstad ligt ietwat verscholen maar heeft wel veel charme. Op de Place Pelissiere staat, omkaderd door restaurants, een standbeeld met een speciale neus, een fopneus.

Aangezien we wijn gaan proeven, beslissen we om toch iets anders te eten dan een picknick, het is een slaatje geworden. Na het middagmaal wandelen we terug naar de moto, en ondertussen loopt het zweet van onze rug. Het motopak plakt aan ons lijf, niet te doen. In het hotel waar we verblijven, drinken we elke avond lekkere wijn uit de streek, dus daar moesten we toch eens naartoe, we gaan Chateau de Tiregand bezoeken. We voelen ons al kasteelheer als we de lange oprijlaan oprijden met langs weerskanten prachtige bomen, en dan duikt het kasteel op, oh zo mooi, echt prachtig. De wijnmakerij zelf ligt achter het kasteel, ook toch wel in een mooi gebouw. De rondleiding zelf start tussen de wijnranken waar lekkere druiven hangen te wachten om geplukt te worden. Daarna krijgen we uitvoerig uitleg over het bottelen, en op fles trekken. De vaten zijn indrukwekkend, alsook de vele flessen die in de kelder liggen te wachten om opgedronken te worden. Na de uitleg is het tijd voor te proeven, en natuurlijk worden de nodige flessen gekocht.
Na de proeverij weer op de moto, en is het genieten van de landschappen, kleine dorpjes, kastelen, en ga zo maar verder. In Lalinde, een eerste Engelse bastide, gesticht in 1267, houden we halt voor een verfrissing want het is niet meer uit te houden in de brandende zon. Op de route richting hotel passeren we nog een prachtig kasteel in Campagne.
In het hotel aangekomen is het direct motopak uit, en de douche in. Daarna wandelen we naar het stadje waar we verblijven, het is niet echt een stad, eerder een dorpje tegen de rotsen. De nodige postkaarten worden gekocht, alsook een magneetje om de collectie op de frigo aan te vullen.
We zitten nog niet goed en wel op het terras van het hotel voor de aperitief als de hemelsluizen opengaan, vergezeld van licht en klankspel. Het eten is ook weer vanavond top, eerste tomaatjes in alle vormen en kleuren met mozzarella, gevolgd door een eendenbout, en we sluiten af met heerlijke plaatselijke kazen. Dit alles vergezeld van een lekker wijntje van Chateau de Tiregand.
Veel gerust hebben we dus niet gedaan, moe van de warmte kruipen we onder de lakens, luisterend naar het zachte geluid van de vallende regen.