Gisteren rustdag, was nodig na al die bochten van de voorbije dagen, en ook op de rustdag hebben we niet stilgezeten, meer dan 12.000 stappen, en toch zitten we vandaag om 8u al aan de ontbijttafel. We eten hier eigenlijk zeer gezond, veel verse groenten en fruit en weinig alcohol. Zo ontbijten met zicht op zee, een mens wordt dat vlug gewoon.

Een laatste blik op zee vanop ons balkon, en dan gaan we uitchecken. Als we van de parking rijden, worden we uitgezwaaid door het personeel dat het ontbijt verzorgde, zo vriendelijke mensen hier. Het is nog maar 9u30 en de zon doet al goed haar best, het is al 25 graden. We rijden door de stad Kalamata, best wel mooi, met een mooie dijk langs het water waar je kan wandelen. De drukte valt zeer goed mee. We rijden weer de bergen in, tussen de olijfbomen, en we rijden richting Messini, hier bevindt zich een archeologische site. Bij de inkom zegt de mevrouw dat het vandaag Museumdag is, en de toegang gratis is, mooi meegenomen. Ze stelt direct voor om onze jassen en helm bij haar achter te laten. Hoe tof! De site is echt de moeite, we zien de markt, het theater, het parlement, het stadion van in de tijd van de oude Grieken. Het waren echte bouwmeesters, amai, WoW, zo mooi. Voor velen een hoop stenen, voor ons cultureel erfgoed. Tussen de stenen van de overblijfselen, krioelt het van de hagedissen, en op de bloemen die er staan, zitten mooie kleurrijke vlinders. Beetje bij beetje restaureren ze wat er nog staat zodat de geschiedenis niet verloren gaat.

We lopen meer dan een uur rond op de site, en tegen half twaalf staan we weer aan de moto, nat in het zweet, het is 30 graden. Gelukkig voelen we af en toe een windje. Het betert als we rijden. Door de olijfboomgaarden rijden we verder de bergen in, en juist buiten Messina vinden we aan een gezellig pleintje, een cafeetje. Er zitten enkel mannen, Grieken, hier spreekt men geen Engels. We hebben veel beziens als we stoppen, maar ze zijn wel vriendelijk als we op het terras gaan zitten en zeker als we in het Grieks bestellen. Daar verschieten ze altijd van. 2 flesjes water en een koude espresso kost maar 2,5€, toch niet te doen? We geven wat meer, de man achter de toog bedankt ons uitvoerig. Wij weer weg, dieper de bergen in, en de olijfbomen hebben plaatsgemaakt voor andere bomen, een soort die we niet direct kunnen thuisbrengen, en dennenbomen. Het is hier mooi groen. Ondanks we hoog in de bergen zitten, blijft de temperatuur hoog. De banen liggen er wel wat minder goed bij, veel putten in de weg, en stenen op de baan. We komen weer geen kat tegen, wel een schildpad die traag haar weg zoekt, vele hagedissen die vlug nog overlopen als we afkomen gesjeesd en zelfs een slang. Het is weer bochtenrijden, leuk, en de mooie vergezichten krijg je er gratis bij.
Onderweg op de route staat er een plakkaat “tempel van Apollo”, ok mooi meegenomen, zeker als het op de route ligt. Op de parking ontmoeten we een Zwitser, die is 3 maanden aan het rondrijden, zalig, amai. Ook hier weer is de toegang gratis, en wat we zien tart alle verbeelding. De tempel is immens en staat onder een grote tent omdat ze hem aan het restaureren zijn, en omdat ze niet willen dat hij door de weersomstandigheden nog verder zou kapotgaan. De nodige foto’s worden genomen. Uiteraard. Heel veel toeristen zijn er niet. Bij het buitengaan eten we op de parking een perzik die we eerder kochten, lekker, sappig en zeer smaakvol. Dit is ons middagmaal. We rijden weer verder, in de bergen, weer bochten, maar dat wordt je nooit moe, en af en toe een dorpje met enkele huizen maar waar er wel tavernas zijn. Ook komen we enkele spookdorpen tegen, er staan huizen maar die zijn duidelijk niet meer bewoond, en voor de rest is er niks meer. We zijn vandaag zelfs geen supermarkt tegengekomen en ons water is op, gelukkig komen we in Elati toch een cafeetje tegen. Christof heeft zin op een ijsje, en ik neem een cappuccino, koffie met melk hier. De man des huizes is zeer gastvrij. Er zat een bende wandelaars, want dat kan je hier overal doen. Het waren Israëli’s, zeer vriendelijke mensen.

Tegen de zessen komen we aan in Kleitoria, een groter bergdorp waar ons hotel is gelegen. We logeren in het Mont Helmoshotel. We zijn nog niet van de moto of de gastheer komt ons al verwelkomen. Ook nu weer een warme ontvangst. Aangezien de warmte, gaan we eerst nog vlug een plonsje doen in het zwembad, en tegen den achten zitten we in de bar een ouzootje te drinken. Op wandelafstand is er een pleintje, met vele restaurantjes, dus gaan we naar daar als de aperitief op is. Hé tis zeer levendig, het lijkt of alle mensen, groot en klein, uit de bergdorpen naar hier is gekomen om te eten. Op het plein spelen de kinderen samen. Dit zie je bij ons niet meer. In het restaurantje waar we gaan eten op aanraden van de hoteleigenaar worden we direct warm ontvangen. Ook weer hier staan ze met verstomming als ik mijn beste Grieks boven haal. We drinken een mythos, en smullen van tzatzikie, greek salad, en souvlaki van varken, en lam. Het is om duimen en vingers af te likken, zo lekker, en voor maar 40€. Ondertussen is er vanalles te beleven, een Griek op zijn paard komt door het dorp gedraafd, auto’s die zich parkeren waar ze het peizen, mensen die in het midden van de straat lopen, en veel camions met bijenkorven die in een zijstraat rijden, de korven lossen en weer weg rijden. Het was een spektakel.
Moe maar voldaan kruipen we alweer onder de wol, al die bochten en de vele indrukken maken ons moe. Kalinichta.