We zijn redelijk vroeg uit de veren voor een zondag. De moto is reeds van gisteren geladen, dus ontbijten, afscheid nemen van de poezebeesten en we kunnen vertrekken. Dat dachten we althans … . Na het ontbijt maken we ons klaar en plots is de rosse kat onvindbaar. De zwarte zat al buiten, maar Garfield moet binnen blijven, want anders krijgen de buren haar niet binnen. Echter geen Garfield te zien. We zoeken in de slaapkamer, onder het bed, in de kast, achter de kast, onder de zetel … geen kat te zien. Wat blijkt madame zat al in de kelder, ze was met Christof meegeglipt in de kelder en had haar muisstil gehouden. Mannekens, een half uur zijn we verloren. Dus met enige vertraging, we zijn precies met de trein weg, zijn we op weg. Via Charleroi gaat het richting Namen waar we in Wanlin een eerste stop houden.
Het zonnetje is volop van de partij maar aangezien we vandaag een ganse dag auotstrade gaan rijden, zit het fototoestel veilig en wel opgeborgen in de koffer. Na een koffiestop zijn we alweer op weg, en tegen de middag zitten we in Luxemburg, in Schengen. Hier wordt de moto volgetankt, aan een voordelige prijs, en ook wij versterken onze innerlijke zelf. We zitten op een boogscheut van de Duitse grens. We zetten onze tocht verder, en van hier zijn het de ene wegenwerken na de andere. Maar het rijdt wel vlot. De Duitsers rijden hier de snelheid die ze mogen rijden, en iedereen volgt. Niet gelijk bij ons dat er slenteraars tussen zitten die file veroorzaken. We rijden 2u en stoppen dan effe om wat te drinken en te knabbelen, en niet onbelangrijk om de benen te strekken.
Tegen 18u30 komen we toe in Ulm, we logeren niet echt in Ulm zelf, wel iets buiten het historisch stadje, meer bepaald in Senden; in Hotel Gasthof Rössle. Er is een parking voor elektrische auto’s met laadpalen, en een parking voor het gewoon gemotoriseerd verkeer. We worden zeer hartelijk ontvangen, en de kamer en badkamer is zeer ruim. Ook het avondmaal is heerlijk. We nemen een tomatensoep en daarna een stuk gebraad van varken. Dit alles spoelen we door met een frisse weissenbier. Tegen de tienen zijn we alweer op de kamer, we zijn moe, we hebben meer dan 700 km gereden, op een autostrade. Morgen zal het aangenamer zijn, terug binnendoor zodat we kunnen genieten van het mooie landschap.