We staan pas op tegen den achten, om tegen de negenen te gaan ontbijten. Mannekens wat een ontbijt, keuze in overvloed. Alles wat je wil, kun je hier krijgen. We eten de buikjes goed rond. Voor we vertrekken, maken we nog een wandeling op het hotel domein, jawadde, hier kan je verdwalen. We ontdekken nog een hut waar Edvard Grieg verbleef toen hij in de streek was, hij was componist.
Tegen den elven zijn we weg, we rijden langs het water naar het zuiden. Ondertussen is het al 20 graden. We bevinden ons aan de oostelijke oever van de Sorfjorden. We passeren Tyssedal met zijn elektriciteitscentrale uit 1908. Van hieruit gaat het richting Odda, een echte toeristenplaats. Even verderop bevindt zich de indrukwekkende waterval van Latefoss. De hoeveelheid water die zich door 2 breuken in de bergwand perst, is zo enorm dat een nevelsluier ten dele het zicht ontneemt.
Eens in Horda rijden we verder naar het zuiden langs de oevers van een fjord, richting Josenfjorden. In Siesink nemen we de ferry richting Helmeland. Hier is het eerder bergachtig en biedt fraaie uitzichten op de kale en woeste landschappen. We gaan richting Ardal, om de dag te eindigen in Jorpeland.
Aangekomen in Verkshotellet Jorpeland is de dag meteen om zeep. Nochtans de buitenkant is charmant, maar aan de receptie zijn ze zo lomp als iets, we hebben zogezegd niet betaald, en de vouchers op de gsm aanvaarden ze niet. Ze willen een papieren exemplaar. Ook de kamer laat te wensen over, piepklein, we krijgen zelfs onze motovesten en broeken niet weggelegd, er is zelfs geen kast. In de badkamer staat de schimmel op de tegels. Nordic, de reisorganisatie, zal een vlammende mail krijgen. Gelukkig maakt het restaurant waar we gaan eten veel goed, de dame des huizes is super vriendelijk en geeft ons nog een tip voor we weggaan. Ze raadt ons aan om nog een wandelingetje te maken over de pier naar een eiland Jorpeland Holmen. We doen de toer rond het eiland, het wandelpad is mooi verlicht, je mag er zelfs kamperen, maar je geraakt er enkel te voet, over een brug. Als we aan de achterkant van het eiland zijn, zien we op het volgende eiland een soort piramide die mooi verlicht is. Volgens de dame van het restaurant is het een felle lichtbol als overdag de zon schijnt, en s’avonds is het mooi verlicht. Tegen den elven zijn we terug in het hotel, en kruipen we voldaan onder de wol.
