Wakker worden met zicht op een fjord, en de zonnestralen die reeds glinsteren op het water, wat moet een mens meer hebben? Zalig hè 😎. Het ontbijt is eenvoudig, maar meer dan genoeg. De vrienden vinden het niet goed, tja, het kan niet alle dagen feest zijn. Voor ons is het wel goed, buiten misschien dat er wat meer vers fruit mocht zijn. Aan het ontbijt worden we aangesproken door een koppel uit Antwerpen, zij zijn hier ook via nordic, maar zij doen een grote toer met de auto en met hun hond. Tegen 9u30 zijn we vertrekkensklaar, en als we de brug over zijn, nemen we na een tunnel de ferry richting Laerdal. Terug aan wal gaat het richting Ardalstanger, welke samen met Ovre Ardal een industriële gemeenschap vormt. Ovre Ardal aan de Ardalsfjord is de oostelijke arm van de Sognefjord. Via een tolweg met vele haarspeldbochten rijden we over de Ardalsvegen of Tindevegen. Gelukkig is de zon volop aan het schijnen want anders zou het hier koud zijn, er staat een strakke koude wind.

Terwijl we hierboven genieten van onze boterhammen, genieten we tegelijkertijd van het prachtige uitzicht. Ook hier weer is het muisstil. Na onze middagstop gaan we nog even de Sognefjellet op voor een paar foto’s en dan gaat het richting Skjolden, en zo via dezelfde weg als gisteren terug naar Sogndal, maar in Gaupne, slagen we af en rijden we richting Nigardsbreen. Het smalle, over grote delen beboste Fostedal strekt zich uit van Gaupne aan het Lustrandfjord bijna 40 km richting het noorden uit, tot de uitlopers van de imposante Jostedalsbreen, de grootste gletsjer van het Europese vasteland. Het schuimende smeltwater van de gletsjer verzamelt zich in de door de meegevoerde silicaten groenige, melkachtige Jostedalselva. We passeren Breheimsinteret: op een heuvel in het aangezicht van de ijsmassa’s van de Nigardsbreen troont dit gletsjercentrum, dat na een vernietigende brand in 2013 weer is opgebouwd. De Nigardsbreen is de meest toegankelijke gletsjer van Noorwegen, je kan ofwel tot daar wandelen ofwel met een bootje tot aan de voet varen. Met motolaarzen wandelen is geen optie, en met een bootje varen ook niet, dus wij bewonderen hem van op afstand. Via dezelfde weg keren we terug naar Sogndal.
Aangezien we vroeg in het hotel zijn, het is nog maar halfzes, is er tijd voor de was te doen, onszelf te wassen en nog een wandeling te maken alvorens weer te gaan eten in de Braza. Eigenlijk veel honger heb ik niet meer, we zijn al dat eten niet meer gewoon, en na bijna 2 weken verlof, is het tijd om terug wat minder beginnen eten en minder alcohol te drinken. Ik ga vroeg naar bed, want morgen gaan we rit van zaterdag al rijden, de langste rit van de reis met veel bezienswaardigheden.