We zijn al vroeg uit de veren, en na een verkwikkende douche een heerlijk ontbijt rijden we richting de start in Barchon, aan het welbekende tankstation, langs de E40, Aire de Tignee. Het is er al gezellig druk, allemaal BMW motoren staan klaar om te vertrekken. Het is een blij weerzien, veel bekende gezichten, maar ook veel onbekende gezichten. Tijdens de Corona periode zijn er blijkbaar veel nieuwe leden bijgekomen. Na ons aangemeld te hebben bij den Bosse zijn we weg. Eerst is er nog een stukje autostrade, en zodra we de afrit in de omgeving van Recht nemen is het genieten, van de natuur, het zonnetje en natuurlijk de bochten. Af en toe zit er eens een groter dorp of kleine stad tussen, zoals St-Vith, maar zo druk als in Brussel is het er niet. Zodra we Duitsland binnenrijden, rijden we zo goed als alleen. Achterop amuseer ik me met foto’s nemen van de mooie vergezichten. Natuurlijk mag een vers potje koffie ook niet ontbreken. Na de koffiestop is het nog ongeveer 1u rijden tot de middagstop. Echter werd deze regio hard getroffen door de overstromingen verleden jaar, en de weg die we moesten nemen was gewoon weggespoeld. De omleiding die was voorzien hadden we niet gezien, zoals van gewoonte. Maar we waren niet alleen, en een behulpzame Duitser die ons zag sukkelen om de weg te vinden, reed voor en zette ons weer op het goede spoor.
We zijn een van de laatsten die toekomen aan de middagstop, in Insul, in Landhotel Ewerts. We smullen van een heerlijke schnitzel. We zien enkel blije gezichten. En plots krijg ik de slappe lach als ik naar links kijk, de Ronny King is hier ook. Het gespreksonderwerp van de rit van verleden zondag, de laars van Henegouwen, zit hier tocht wel niet zeker. Tegen we weer aanzetten is de temperatuur gestegen tot 26 graden, het is warm, maar wel genieten. Het rijden tussen de bomen biedt wat verkoeling. Op een terras ergens onderweg nuttigen we iets fris, samen met enkele andere clubleden. Van hier is het nog ongeveer 2u rijden. Onderweg rijden we nog eens verkeerd, maar het kan ons niet deren. We genieten van het mooie landschap met de kronkelende wegeltjes.
Tegen de zessen komen we toe in hotel Schweinsberg, en het terras zit al goed vol. Eerst een douche en dan een frisse pint, of was het omgekeerd. Doet er niet toe, we praten bij met vrienden die we al lang niet meer hebben gezien. Het is tevens tijd om met zijn allen te toasten op het weekend en dan is het alweer tijd om de benen onder tafel te schuiven. We smullen van een heerlijk buffet, ja inderdaad, de buikjes van iedereen zullen wat dikker zijn na dit weekend. Napraten doen we in de bar, en er wordt tevens wat afgelachen. Tegen den elven is het tijd om naar boven te gaan, het is best wel een vermoeiende dag geweest, en lang duurt het niet vooraleer we in dromenland zijn.