We springen uit ons bed met een stralende zon. We voelen dat vandaag een prachtige dag zal worden, en vanavond beseffen we allemaal dat het vandaag zeker en vast de prachtigste dag van allemaal was. Het is onze laatste rit op Ierse bodem, en we zijn in goed gezelschap, vandaag rijden we met ons negenen. Achterop bij Kristof zit de Sven, die mee is met zijn auto, maar af en toe ook eens achterop zit. Het is een topkerel.
De Ring of Kerry is ongeveer een 200km lange panoramaweg rond het schiereiland Iveragh. De weggetjes aan de zuidkant zijn enorm smal, het is er een gedrang tussen bussen en auto’s. De weg geeft zicht op de Caha Mountains.
We starten met Killarney National Park, waar we ook gisterenavond zijn doorgereden, maar toen regende het. Nu schijnt de zon, en alles ziet er veel mooier uit. De nodige kiekjes worden genomen. Het is een natuurreservaat dat voor meer dan een derde uit wateroppervlak bestaat. Door het milde klimaat zien we hier een weelderige vegetatie: eiken, varens, evenals de in de 19de eeuw uit het Middellandse Zeegbeid geïmporteerde rododendron. We houden een stop aan Ladies’ View, hier overziet men het complete merenlandschap. Prachtig!
Onze koffiestop houden we in Glenbeigh. We houden halt in een plaatselijk cafeetje waar een lokale bv iedereen van harte welkom heet. De zotten zijn de wereld niet uit, gelukkig doet zot zijn geen zeer. Na ons intermezzo met de Rolling Stones rijden we naar Cahirciveen. Hier kan je in een kerk pizza eten. Tja de pastoor moet iets doen om zijn kerk vol te krijgen. Spijtig genoeg is de kerk gesloten, dus geen pizza. Gelet op het mooie weer doen we onze inkopen voor een picknick, enkel nog een leuk plaatsje zoeken en we kunnen eten. In Cahirciveen nemen we de ferry naar Valentia Island. Dit is het best bewaarde geheim van Ierland, het is hier prachtig, alleen al de uitzichten doen je stil worden van bewondering. Overal zie je op zee rotsen met de meest grillige vormen opduiken uit het water! De Cliffs of Kerry zijn meer dan de moeite waard. Spijtig van de regen want er kunnen geen foto’s genomen worden, maar de beelden staan op onze netvliezen gebrand voor eeuwig. Door de regen vinden we dus ook geen picknick plaatsje. Via een bruggetje verlaten we Valentia Island, we passeren Waterville waar een standbeeld staat van Charlie Chaplin, welke hier op vakantie kwam. We rijden verder langs de kust, met de ene keer zandstranden, en de andere keer rotsen.
Halverwege een verlaten keteldal ligt een ringfort uit de ijzertijd, Staigue Stone Fort. Hier staat een leuk caravannetje en opperhoofd Liliane gaat vragen of we alstublieft onze picknick mogen opeten binnen als we een kofffietje dronken. Ondertussen was het bijna 15u en we hadden nog niet gegeten. De vriendelijke jongeman vond het geen probleem, dus zo gezegd, zo gedaan. We eten onze boterhammen op en ondertussen genieten we van een verse kop koffie. De jongeman, alias Shaun O’Neill blijkt half Amerikaans, half Iers te zijn. In zijn toog staan ook zeer lekkere pateekes en hij verkoopt ook ijsjes. Omdat hij zo gastvrij is, neem ik een foto van hem, en hij trekt een foto van ons voor zijn Facebookpagina. Jaja we worden nog bekend! De koffie smaakt en zijn pateekes en ijsjes smaken naar meer. Even denk ik er aan om hier te blijven in dit godvergeten gat. Maar de Sven zegt dat het gras niet groener is langs de andere kant, dus ben ik ook maar weer op de moto gesprongen.
We zijn opgedroogd en als we het caravannetje uitkomen, schijnt de zon alweer. We zetten koers richting Black Valley. Hier is het ook alweer prachtig. Smalle kronkelende baantjes te midden van de bergen, overal meren en rotsen. Dit is niet te verwoorden, je moet dit met je eigen ogen gezien hebben. Af en toe is het wel spannend als er een auto uit de andere richting opduikt. Het is wringen en wroeten, maar we komen er uit.
Rond 19u worden we verwacht in het hotel voor de aperitief die ons wordt aangeboden door de club. Er wordt vrolijk en duchtig op losgebabbeld. Daarna schuiven we de benen onder tafel voor het laatste avondmaal op Ierse bodem. We belanden na het avondeten, zoals van gewoonte in de bar, en komen tot de conclusie dat het weer een prachtige reis was die bijna voorbij is. Vandaag was echt de mooiste dag. Ze hebben het mooiste gehouden voor het laatste. Gelijk ook weer van gewoonte zijn wij het met onze bende die de laatsten zijn die de bar verlaten. Morgen rijden we terug naar Cork, dus misschien best nu nog de koffers maken, en dan de wol onder.