Moena – Villingen-Schwenningen:
We zijn al vroeg uit de veren, vandaag keren we terug naar huis. Na het ontbijt wordt er afscheid genomen van de mensen die er nog zijn. Er zijn al een heleboel motards deze nacht vertrokken richting België. Wij hadden het plan om langs de Stelvio naar huis te rijden, maar het weerbericht voorspelde niet veel goeds in die richting, dus moeten we een andere weg zoeken. We kijken op de iPad want natuurlijk hebben we geen kaart bij. We stippelen iets uit op papier, en we zijn weg. We rijden richting Bolzano en zo verder naar Merano en vangen een laatste glimp op van de Dolomieten vooraleer we beginnen te rijden tussen de fruitbomen. Het is enorm druk, precies of iedereen wil onze richting uit. Voor ons zien we de Hoge Alpen opduiken, die richting moeten we uit. Tegen de middag zitten we aan de Oostenrijkse grens, en nemen we de Reschenpass, die amper 1455 m hoog is, een kleinigheid met wat we in de Dolomieten hebben bereden. Even later in St Christoph am Arlberg, een zeer toepasselijke naam, genieten we van onze picknick met een uitzicht om u tegen te zeggen. We bewonderen de Alpen. De uitzichten zijn hier zeer prachtig. We zetten onze weg verder richting Lech, waar de Nederlandse vorsten hun skivakanties doorbrengen, en Warth. Op weg naar Reutten loopt het mis, een enorme file, we rijden tot vooraan, en er blijkt een ongeval te zijn gebeurd met een moto. Het is zeer ernstig aangezien de helicopter net is geland. De politie komt vertellen dat de weg nog zeker 2u zal afgesloten blijven, en dat iedereen moet rechtsomkeer maken. Hier verliezen we zeer veel tijd, we moeten helemaal rondrijden, richting Berwang. Als we terug op weg richting Reutten zitten, komen we Mozes tegen, nee niet diene van in de Bijbel, en wat verder ook nog Gilbert en Suzanne, die ook moesten omrijden.
Tegen de vijven steken we de Duitse grens over, en nemen we een kort stuk de autostrade om wat kilometers te doen, en al de verloren tijd in te halen. We nemen de afslag Riedlingen, en passeren onder andere Tuttlingen, om zo te komen tot Villingen-Schwenningen, een zeer charmant stadje. Aangezien het reeds donker is, als we aankomen zien we er niet zo veel meer van, de foto’s zullen morgenvroeg genomen worden. We genieten van een frisse pint en een spaghetti-scampi en gaan vroeg onder de wol. Morgen rijden we weer een stukje verder richting onze casa waar de poezebeesten zitten te wachten.
Villingen-Schwenningen – Metz
Na een goede nachtrust, en een redelijk gezond ontbijt, met onder andere verse fruitsalade, verlaten we het Middeleeuws dorpje. We rijden richting Donnau-Eschingen, verder naar Neustadt, Freiburg en Bresach om tegen 10u de Franse grens over te steken. We zitten in de “region d’alsace”. We nemen richting Colmar om even later tussen de wijngaarden te rijden met her en der een prachtig kasteeltje. De zon is ook al van de partij, het beloofd weer een mooie dag te worden. Op de Col du Bonhomme genieten we op een terras van een koffietje. Verder nemen we nog de Col de Fouchy. We zitten in de Vogezen. Tegen de middag zijn we in Champ du Feu, een uitgestrekt heidegebied, en genieten we van onze picknick. We hebben zicht over de heide, en aangezien we ruimschoots tijd hebben, blijven we even genieten van de stilte en de omgeving. We nemen zelfs een selfie.
Daarna rijden we 3u aan een stuk door, zonder ook maar 1 café tegen te komen. We zitten zonder water en het is warm, we hebben dorst. Tegen 16u komen we aan in Pont a Mousson waar we een leuk terrasje zien, voor een verfrissend watertje te drinken, alles in orde, maar als je binnen ging, was alles vies, vuil en vettig.
Het was de bedoeling om vandaag in Nancy te geraken, maar aangezien we op schema zitten, beslissen we om tot in Metz te rijden. We boeken een Ibis-hotel, waar we na een rondritje Metz, tegen de zessen arriveren. Metz is een mooie stad. In het hotel genieten we van een aperitiefje, en een entre-cote met frietjes. We kruipen vroeg onder wol, morgen rijden we naar huis. We moeten nog ongeveer 400 kilometer rijden, binnendoor, en dan zijn we terug thuis.
Metz – Asse
Om 7u zijn we al uit de veren, en even later springen we op de moto. We vertrekken zonder ontbijt, we vinden wel iets onderweg. We rijden richting Verdun, en onderweg komen we monumenten en kerkhoven tegen die ons de oorlog herinneren. We rijden langs de “voie de la Liberte”, tussen de bossen en de akkers. Na 2u rijden, komen we een naamplaatje “België” tegen, en even later rijden de we Belgische grens over, spijtig genoeg. In Florenville genieten we van kakelverse koffiekoeken, en in Bouillon genieten we van warme dampende koffie.
Via Vresse, Sombreffe, Mettet, Nivelles, Ronquieres, Pepingen, Gooik, Ternat rijden we Asse binnen, en tegen half drie zijn we thuis. De 2 poezebeesten zijn door het dolle heen als ze ons zien, en zijn voor de rest van de dag niet van ons weg te slaan. Ook zij zijn de voorbije vakantie vertroeteld door onze lievebuurvrouw en kattenmadame, Marie-Anne, dus bij deze nogmaals dikke dankjewel voor de goede zorgen voor onze 2 hartendieven.
We zijn ook blij weer thuis te zijn, motorrijden is en blijft een gevaarlijke bedoening, ook wij hebben de voorbije dagen een goede engelbewaarder gehad. Mocht het zo leuk niet zijn, en mochten het niet allemaal zo’n toffe mensen zijn, ik had mijn motopak en helm al lang aan de haak gehangen.